Bouwen aan een beter bestaan
De Keniaanse architecte Tatu Gatere, is de co-founder en directeur van BuildHer. Deze non-profit leidt arme vrouwen op tot bouwers. De vrouwen leren in vier maanden timmeren, metselen en schilderen.
Tatu Gatere: ‘Als ik de vrouwen die deelnemen aan ons programma de vraag stel waarom ze meedoen, zeggen ze zonder uitzondering: “Ik wil dat mijn kinderen het beter krijgen dan ik.” Dat is precies de reden waarom ik BuildHer heb opgezet; zodat de toekomstige generaties het niet zo moeilijk hebben als de vrouwen die nu meedoen aan het programma. Deze vrouwen leven in de sloppenwijken van Nairobi, en hebben weinig tot geen opleiding gehad. Vaak zijn ze als tienermeisjes uitgehuwelijkt, omdat hun families zo arm zijn dat het goed uitkomt als dochters zo jong mogelijk het huis uitgaan. Dat scheelt weer een mond om te voeden. De meiden zien een huwelijk als een uitvlucht uit de ellende. Maar dan worden ze zwanger, en ontdekken ze dat het leven zich herhaalt. Hun echtgenoot slaat ze, net zoals ze door hun ouders werden geslagen. Er is niet genoeg te eten, geen hygiëne, er heersen ziektes, en ze hebben geen toegang tot medische zorg. Ze zien geen manier om uit de armoede te komen, want als vrouwelijke ongeschoolden zijn ze veroordeeld tot de laagst denkbaar betaalde banen.
‘Mede dankzij de steun van de Sint Antonius Stichting heb ik het programma kunnen uitbouwen.’
Toen ik in 2018 startte met BuildHer, was ik in de veronderstelling dat arme vrouwen in de sloppenwijken in de rij zouden staan voor een opleiding waarmee ze betaald kunnen werken. Maar bij het rekruteren, stuitte ik op een muur van wantrouwen. Deze vrouwen zijn vaak zo getraumatiseerd en argwanend, dat ze geen onbekenden vertrouwen. Pas toen ik ze via een bekende in hun wijk benaderde, durfden ze zich aan te meldden. Inmiddels is dat niet meer nodig, want de vrouwen die het programma hebben afgerond zijn onze beste ambassadeurs. Zij gaan betaald aan het werk via onze partners in de bouwwereld, die dankzij de bevolkingsgroei booming is.
Daarnaast heb ik een meubellijn ontworpen die door oud-deelneemsters wordt gefabriceerd. Ik kom zelf uit de Keniaanse middenklasse, maar mijn ouders hadden toch ook niet voldoende geld om mij naar de universiteit te sturen. Ik wilde heel graag architectuur studeren. Daarom vertrok ik naar de Verenigde Staten, zodat ik mijn studie zelf kon betalen door ernaast te werken. Na mij afstuderen werkte ik als architect in Seattle, maar uiteindelijk wilde ik terug naar Afrika. Via Zuid-Afrika belandde ik op een groot architectenkantoor in Nairobi. Ik ontwierp ultramoderne gebouwen voor de happy few. Maar ik had het gevoel dat ik mezelf verloochende; ik droeg niet bij aan een betere wereld. Op een dag bezocht ik een congres van de Verenigde Naties over de verbetering van publieke ruimtes in de sloppen rondom Nairobi. It blew my mind; er ging een wereld voor mij open. Ik raakte zo geïnspireerd dat ik opstapte bij het commerciële architectenbureau. Vanuit het ideaal om de kloof in de bouwwereld tussen arm en rijk te verkleinen, ging ik werken bij een ontwerpproject in een nederzetting in een sloppenwijk.
Ik merkte daar dat vrouwen ontzettend bescheiden en terughoudend zijn, mede omdat er nooit beroep wordt gedaan op hun potentieel. Ik wilde ze empoweren. Want ik zag ook dat er een enorme kracht in vrouwen huist, een wilskracht om hun lot en dat van hun kinderen te verbeteren. Scholing werd het uitgangspunt waarmee ik BuildHer begon, mede dankzij de steun van de Sint Antonius Stichting heb ik het programma kunnen uitbouwen. De vrouwen krijgen les in technische vaardigheden, maar ook in life skills.
Het doet me heel veel als deelneemsters me vertellen dat ze dankzij het programma meer zelfvertrouwen hebben gekregen waardoor ze thuis ook mondiger zijn geworden. Ze komen voor zichzelf op, zijn niet meer afhankelijk van hun echtgenoot en nemen zelf de beslissing dat ze hun kinderen naar school sturen. Dat is een groot succes.